Dit seizoen heeft het KNKV wijzigingen doorgevoerd in de regels rondom de speelgerechtigdheid. In tegenstelling tot voorgaande jaren worden spelers nu aan een team gekoppeld door middel van de wedstrijden die ze spelen. De nieuwe regelgeving heeft twee doelstellingen: flexibiliteit voor zowel spelers als verenigingen, en een eerlijke competitie.

Om de toelichting goed te kunnen begrijpen, gaan we hieronder specifiek in op de situatie bij Dindoa. De kwalificatie “wedstrijdsport” of “breedtesport” heeft te maken met de klasse waarin gespeeld wordt, en kent verschillen in de regels rondom speelgerechtigdheid.

Bij Dindoa spelen de volgende teams wedstrijdsport:

  • Sen. 1, 2, 3, 4 en 5
  • A1, A2, B1, C1 en D1 (zaal)

De overige teams spelen breedtesport.

Algemene zaken:

  • De term “Ar” (algemene reserve) is vervallen.  
  • In het Digitaal Wedstrijdformulier (DWF) kun je te zien krijgen of je opstelling reglementair juist is binnen de kaders van de speelgerechtigdheid (groen vinkje of rood kruis of oranje signaal. Oranje geeft aan dat het mogelijk een speler betreft die zich in het naasthogere team heeft vastgespeeld en 1 van de 2 spelers kan zijn die tot 75% van de competitie mee mag doen. Zie onderstaand bij punt 2)
  • Een speler heeft een wedstrijd gespeeld wanneer hij of zij minimaal 75% van de wedstrijd heeft gespeeld. Bij een wedstrijd van 60 minuten betekent dit dat de speler minimaal 45 minuten in het veld heeft gestaan. Deze 45 minuten hoeven niet aaneengesloten te zijn.
  • In het DWF wordt (nog) geen rekening gehouden met schorsing en leeftijd. Hier krijg je dus geen melding of rode arcering te zien. Hier moet je dus zelf op letten.

Na drie gespeelde wedstrijden heeft een speler een “eigen team”. Dit is het team waarin de speler 65% van de wedstrijden heeft gespeeld, of hoger. Heeft een speler bijvoorbeeld 1 wedstrijd in het 3e team gespeeld en 2 wedstrijden in het 2e team, dan is na drie gespeelde wedstrijden het 2e team het “eigen team”. De grensbepaling is dus 65%. Dit wordt in onderstaande voorbeelden toegelicht.

Dit “eigen team” kan na elke speelweek veranderen! Het is niet zo dat het “eigen team” na drie gespeelde wedstrijden voor de rest van de competitie vastligt. Na elke speelweek wordt er gekeken naar alle wedstrijden die een speler tot dan toe heeft gespeeld. Op basis daarvan wordt opnieuw het “eigen team” bepaald.

Extra bepalingen:

  1. De eigen teams vervallen bij de start van een nieuwe competitie (zaal of veld).
  2. Tot ¾ van de competitie mogen twee willekeurige spelers uit een wedstrijdteam meedoen bij 1 wedstrijdteam lager. Dit mogen iedere week andere spelers zijn. (let op correcte leeftijd bij de jeugd!)
  3. Spelers mogen in hetzelfde team uitkomen als de week ervoor, ook al is hun vaste team een hoger team. 
  4. Wanneer meerdere teams in dezelfde klasse spelen, mogen spelers altijd in beide teams spelen. Dit geldt bijvoorbeeld voor Dindoa 3 en 4.
  5. Spelers die behoren tot het laagste wedstrijdteam in een categorie, mogen allemaal gedurende de volledige competitie uitkomen in het breedtekorfbal. Toegespitst op de situatie bij Dindoa betekent dit dat:
    • Alle spelers uit de D1 mogen meespelen met de D2, D3, D4 en D5.
    • Alle spelers uit de C1 mogen meespelen met de C2, C3 en C4.
    • Alle spelers uit de B1 mogen meespelen met de B2 en B3.
    • Alle spelers uit de A2 mogen meespelen met de A3.
    • Alle spelers uit het 5e mogen meespelen met het 6e, 7e en Midweek.

Voorbeelden wat betreft ‘vastspelen in team’ en inval
Let bij ‘vastspelen’ op grensbepaling 65%

Voorbeeld 1:
Lies speelt de 1e competitiewedstrijd de hele wedstrijd in het 1e. Ze speelt de 2e competitiewedstrijd de hele wedstrijd in het 2e. Ze speelt de 3e competitiewedstrijd opnieuw in het 1e. Ze wordt na 44 minuten gewisseld, waardoor deze laatste wedstrijd niet telt als een gespeelde wedstrijd. Ze heeft dus nog geen vast team.
Ze speelt de 4e competitiewedstrijd de hele wedstrijd in het 2e. Ze heeft nu 3 gespeelde wedstrijden, waarvan 33,3% in 1e, 66,66% in het 2e maar dit is tevens 100% in 2 en hoger. Dit is haar vaste team. Ze mag niet meer standaard uitkomen in een lager team, maar nog wel meespelen met het 1e. Hoger mag! Maar ook hier weer, mag Lies, als één van de twee willekeurige spelers uit het 2e, tot ¾ van de competitie meedoen met het 3.

1 wedstrijd in 1e en hoger = 33,3%
3 wedstrijden in 2e en hoger = 100%
Tweede is eigen team.

Voor inval: zie bovenstaand bij extra bepalingen, punt 2.

Voorbeeld 2:
Susan speelt competitiewedstrijd 1 de hele wedstrijd in het 1e, competitiewedstrijd 2 de hele wedstrijd in het 2e, competitiewedstrijd 3 de hele wedstrijd in het 3e. 

1 wedstrijd in 1e en hoger = 33,3%
2 wedstrijden in 2e en hoger = 66,6%
3 wedstrijden in 3e en hoger = 100%
Tweede is eigen team


Voor inval: zie bovenstaand bij extra bepalingen, punt 2.

Als Susan vervolgens de 4e competitiewedstrijd in het 1e speelt ziet het er als volgt uit:

2 wedstrijden in 1e en hoger = 50%
3 wedstrijden in 2e en hoger = 75%
4 wedstrijden in 3e en hoger = 100%
Tweede is nog steeds eigen team

Voor inval: zie bovenstaand bij extra bepalingen, punt 2.


Voorbeeld 3:
Freek speelt competitiewedstrijden 1 en 2 de hele wedstrijd in het 1e. De 3e wedstrijd heeft hij de hele wedstrijd in de 4egespeeld. Voor Freek is het 1e zijn vaste team. Hij heeft hier meer dan 65% gespeeld. Echter, gezien punt 3, mag hij de volgende speelweek dat hij in actie komt, ook nog in het 4e team uitkomen. 

2 wedstrijden in 1e en hoger = 66,6%
3 wedstrijden in 4e en hoger = 100%
Eerste is zijn eigen team

Voor inval: zie bovenstaand bij extra bepalingen, punt 2.


Voorbeeld 4:
Bert speelt 10 wedstrijden waarvan 7 in 1e en 3 in 2e. 

7 wedstrijden in 1 of hoger = 70% 
3 wedstrijden in 2 of hoger = 100% 
1e is eigen team.

Voor inval: zie bovenstaand bij extra bepalingen, punt 2.

Voorbeeld 5:
Frits speelt 10 wedstrijden waarvan 6 in 2e en 4 in 3e.  

6 wedstrijden in 2 of hoger = 60% 
4 wedstrijden in 3 of hoger = 100% 
3e is eigen team.

Voor inval: zie bovenstaand bij extra bepalingen, punt 2.


Voorbeeld 6:
Mientje heeft 5 wedstrijden gespeeld. 3 wedstrijden in 2e, 1 wedstrijd in 3e en 1 wedstrijd in 4e. 

3 wedstrijden in 2e en hoger = 60%
4 wedstrijden in 3e en hoger = 80%
5 wedstrijden in 4e en hoger = 100%
3e is eigen team

Voor inval: zie bovenstaand bij extra bepalingen, punt 2.

Voorbeeld 7:
Jan speelt competitiewedstrijden 1 t/m 3 in de A1. Hij speelt in alle drie de wedstrijden minimaal 45 minuten. De wedstrijden tellen voor hem als gespeelde wedstrijden. Jan heeft na drie wedstrijden minimaal 65% van de wedstrijden in de A1 gespeeld en speelt nu vast in dit team. Hij mag niet meer standaard uitkomen in een lager team.
Maar, zoals in bepaling 2 aangegeven, mag Jan tot ¾ van de competitie als één van de twee willekeurige spelers uit de A1 meespelen in de A2 (beide teams zijn wedstrijdsport). De A1 speelt 14 competitiewedstrijden. Na ¾ van de competitie (na 10 wedstrijden) mag Jan niet meer in de A2 spelen.

Uit de A2 (wedstrijdteam) mogen gedurende ¾ van de competitie 2 willekeurige spelers invallen in de B1 (wedstrijdteam), met inachtneming van de leeftijdsrestricties! De A2 (laagste wedstrijdteam A) mag gedurende de volledige competitie invallen in de breedtesport.

Voorbeeld 8:
Jet speelt competitiewedstrijden 1 en 2 de hele wedstrijd in de B1; in competitiewedstrijd 3 speelt ze 30 minuten in de B1. Deze laatste wedstrijd telt voor haar niet als een gespeelde wedstrijd. Na 3 competitiewedstrijden heeft Jet daarom nog geen vast team. Als ze de 4e competitiewedstrijd minimaal 45 minuten speelt (in de B1), is vanaf dat moment de B1 haar vaste team.

Uit de B1 (wedstrijdteam) mogen gedurende ¾ van de competitie 2 willekeurige spelers invallen in de C1(wedstrijdteam), met inachtneming van de leeftijdsrestricties! Omdat de B1 het laagste wedstrijdteam is in de B-categorie, mogen de spelers uit de B1 gedurende de volledige competitie invallen in de breedtesport. 


Voorbeeld 9:
Nick speelt competitiewedstrijden 1 en 2 de hele wedstrijd in de C1. De 3e wedstrijd speelt hij de hele wedstrijd in de C2. Voor Nick is de C1 zijn vaste team, want hij heeft 3 gespeelde wedstrijden, waarvan 66,67% in de C1.

Uit de C1 (wedstrijdteam) mogen gedurende ¾ van de competitie 2 willekeurige spelers invallen in de D1(wedstrijdteam), met inachtneming van de leeftijdsrestricties! Omdat de C1 het laagste wedstrijdteam is in de C-categorie, mogen de spelers uit de C1 gedurende de volledige competitie invallen in de breedtesport.


Heb je vragen of wil je dat we met je meekijken? Laat het weten, dan kijken we er samen naar. 

Voor een uitgebreide toelichting vanuit het KNKV verwijzen we naar de volgende link: https://www.knkv.nl/competition/speelgerechtigdheid/

Technische Commissie Dindoa
tc@dindoa.nl

Januari 2025