De oprichting van de vereniging

In Ermelo had reeds van 1957 – 1962 de christelijke korfbalvereniging „Irminloo” bestaan. Irminloo werd opgeheven wegens gebrek aan belangstelling voor korfbal en financiĂ«le problemen. Enkele leden van deze club en een aantal andere enthousiaste mensen die korfballen wilden besloten in 1965 nog eens een poging te wagen om in Ermelo een korfbalclub op te richten. Van het voorbereidingscomitĂ© maakten deel uit: de heer en mevrouw Bas en Nel de Haan, mevrouw Wil Schalekamp en de heren Klaas van Dam, L.S. Eenkhoorn, J. Pos en J.H. Toorman. Zij hadden allen iets met korfbal. Sommigen waren al lid geweest van een korfbalclub anderen hadden uit professie iets met deze sport te maken.

Ze begonnen met voorbereidingen en schreven voor donderdag 9 september 1965 een bijeenkomst uit. ’s Middags was er een korfbalwedstrijd om te demonstreren hoe korfbal werd gespeeld. ’s Avonds kwam een gezelschap van circa 40 personen bijeen in het gebouw van Christelijk Volksbelang. Alleen het bord „Volksbelang” op de woning Dahlialaan 4 herinnert er nog aan dat dit gebouw, dat enkele jaren later afbrandde, op de hoek van de Rozenlaan en Dahlialaan stond. In dit gebouw besloten de aanwezigen die avond opnieuw een korfbalvereniging in Ermelo op te richten. De 9e september 1965 geldt daarom als oprichtingsdatum van de C.K.V. Dindoa.

De naam van de vereniging

Het voorbereidingscomitĂ© was niet zover gegaan dat ze al een naam bedacht hadden voor de eventueel nieuw op te richten vereniging. Deze kwam tijdens de vergadering spontaan naar voren. Het was de heer Toorman, begin zestiger jaren leraar aan de MULO, die de naam „DINDOA” voorstelde. Hij herinnerde zich dat hij en zijn vrouw vanaf 1946 tot begin vijftiger jaren spelend lid geweest waren bij de korfbalvereniging „DINDOA” in Coevorden. Na hun vertrek naar Ermelo werd deze vereniging al spoedig opgeheven waardoor de naam weer beschikbaar kwam. Met het voorstel van de heer Toorman om de nieuwe vereniging „DINDOA” (afkorting van: „Door Inspanning Nuttig Door Ontspanning Aangenaam”) te noemen stemden de aanwezigen zonder verdere discussie in. Aan de naam werden de letters C.K.V. (Christelijke Korfbal Vereniging) toegevoegd. Dit betekende dat de vereniging vanuit een bepaalde visie de korfbalsport wilde beoefenen. Dindoa trad als lid toe tot de Christelijke Korfbal Bond (CKB) die betrokken was bij de oprichting en onder andere de competitie regelde.

De clubkleuren

In de notulen van de oprichtingsvergadering staat over de clubkleding: „Kleding: blauw shirt met witte kraag en manchetten en witte broek of rok”. Deze clubkleuren zijn van oorsprong deels afkomstig uit Rotterdam. Daar waren onder andere de families De Haan en Van der Meer lid van de C.K.V. DIO („Door Inspanning Ontspanning”) De verenigingskleding bij DIO bestond uit: een blauw shirt met witte kraag en witte manchetten en een zwarte rok of broek. De genoemde families verhuisden begin vijftiger jaren naar Ermelo om te gaan werken op de stichtingen. In dit dorp troffen ze geen korfbalvereniging aan. Waar niet is moet wat komen dachten ze. Daarom richtten ze in 1957 de „C.K.V. Irminloo” op. De clubkleuren werden: een blauw shirt met witte kraag en manchetten en een witte rok of broek. De redenen om voor deze kleuren te kiezen waren:
– van economische aard. Een relatief groot aantal leden uit Rotterdam had nog een blauw shirt en zwarte rok of broek;
– van esthetische aard. De zwarte rok of broek stak niet genoeg af tegen het blauw van het shirt vandaar de keuze voor een wit rokje of broekje.
Toen in 1965 Dindoa werd opgericht gaven ook vele oud-C.K.V. Irminloërs blijk van belangstelling. Zij beschik-ten veelal nog over de door hen bij Irminloo gedragen clubkleding. Tijdens de oprichtingsvergadering was het daarom geen punt van discussie om de kleuren van de C.K.V. Irminloo ook te doen laten gelden voor de C.K.V. Dindoa. Bij wedstrijden droegen de leden naast het sporttenue gewone sokken, bij voorkeur wit, en gymnastiek-schoenen. Eind zestiger begin zeventiger jaren deed, waarschijnlijk in navolging van de voetballers, de blauwe kniekous met witte boord en de noppenschoen zijn intrede. De noppenschoen is gebleven maar midden tachtiger jaren moest de blauwe kniekous het weer afleggen tegen de witte sok.

De eerste accommodatie

Het oprichten van een korfbalvereniging gebeurt omdat mensen in competitieverband willen korfballen. Dat laatste vond in 1965 nog voornamelijk plaats op het veld. In de zaal vonden alleen toernooien plaats en pas eind zestiger jaren begon de CKB met een microkorfbalcompetitie. Het eerder genoemde voorbereidingscomitĂ© had al naar een geschikt terrein gezocht en dat aangetroffen aan de Paul Krugerweg. Het terrein lag ongeveer op de plek waar nu de Christelijke MAVO „Irminloo” staat. Het veld, ingeklemd tussen de vier velden van DVS ’33, de velden van EFC ’58 en de skelterbaan van de Skelterclub Noordwest Veluwe, werd echter nog bespeeld door de hockeyclub „De Mezen”. De gemeente Ermelo verraste de vier hiervoor genoemde verenigingen in mei 1975 volledig door in enkele kranten een wijziging van het bestemmingsplan aan te kondigen. In plaats van de recreatieve sportfunctie kregen de velden de bestemming bouwterrein voor de MAVO. Die aankondiging gebeurde zonder de verenigingen vooraf in te lichten over de wijziging. Het lag dus voor de hand dat deze er problemen mee hadden en dat zouden uiten. Dat gebeurde ook maar desondanks waren op 18 december 1975 om 15.30 uur toch veel mensen aanwezig op het voormalig terrein van „Dindoa”. Zij zagen daar dat de heer S. van Wezel, de directeur van de MAVO, met een bouwmachine de „eerste hap” uit de bevroren grond nam om symbolisch het begin van de bouw van de MAVO aan te duiden.

Dindoa heeft gedurende tien seizoenen aan de Krugerweg gespeeld, getraind en haar verenigingsactiviteiten gehouden. Daarna begon een periode van zwerven door Ermelo om tenslotte in 1979 op de huidige locatie de Zanderij onderdak te vinden.

Het eerste clubgebouwtje

Spelen op het veld van de hockeyvereniging De Mezen gaf een klein probleem. Er was op het veld geen kleedaccommodatie beschikbaar voor Dindoa omdat De Mezen deze zelf nodig had. Dus thuis de sportkleding aan- en uittrekken. En de gasten dan? Nou gewoon thuis, in de auto of op het veld, eventueel in weer en wind. Dat was in die tijd vrij normaal. Toch smeedde het bestuur plannen om een gebouwtje te krijgen waarin de spelers en speelsters zich konden verkleden. Tegelijkertijd dacht het bestuur ook over het inrichten van een kleine kantine. Dat gebouwtje kwam er door het te kopen van de voetbalvereniging EFC ’58. Het gebouwtje (de Keet) stond bij de skelterbaan (waar nu Groevenbeek is) en is door leden van Dindoa afgebroken, versjouwd naar de plek waar het moest staan en daar weer opgebouwd en verbeterd. Met de opknapkosten meegerekend kwam het gebouwtje uiteindelijk op ƒ 1500, – (€ 680, -). Voor die tijd, met ruim dertig leden, een geweldig bedrag. Uiteindelijk lukte het toch weer door allerlei activiteiten om het benodigde geld bijeen te krijgen.

De vlag van Dindoa

In de notulen van 11 april 1972 stond voor het eerst een passage over de vlag, namelijk: „Van de Dindoavlag is het ontwerp nu bekend, een prijsopgaaf zal nog gevraagd worden”. In de notulen van 16 mei 1972 was opgenomen: „In Bunschoten is een nieuwe verenigingsvlag besteld. Kosten ƒ 170, – excl. BTW”.

Waarom er een vlag moest komen en wie het ontwerp heeft bedacht en gemaakt kwam in de notulen verder nergens ter sprake. Uit andere archiefstukken bleek dat de firma Oosterbeek’s Sportprijzen te Bunschoten de prijsopgave had gedaan. Deze firma maakte ook de verenigingsvlag van 2.25 bij 1.50 meter naar een eerder opgegeven ontwerp. De vlag moest voor 27 mei 1972 klaar zijn. Reden was dat Dindoa, samen met D.V.S. ’33, een voetbalwedstrijd ging organiseren tussen een team van de Noordwest Veluwe en F.C. Twente. Doel van de wed-strijd was om wat extra financiĂ«le middelen voor het bouwfonds van de kantine aan de Krugerweg te verwerven. Voor Dindoa bleef uiteindelijk, na aftrek van de kosten, ƒ 319,86 over.

Twee redenen maakten het noodzakelijk om in 1986 de vlag te vervangen. Slijtage en de afmetingen. Dit laatste viel vooral op als de relatief kleine vlag aan de mast hing tussen de Nationale Driekleur en de vlag van de gemeente Ermelo. De nieuwe vlag werd gemaakt, naar een ontwerp van Fedor de Vries, door mevrouw Marri Geldof. De afmetingen bedroegen: lengte 280 cm en breedte 188 cm breed. Inmiddels beschikt Dindoa sedert enkele jaren over een derde versie van de verenigingsvlag, eveneens gemaakt door mevrouw Geldof.

Na “De Keet”

Na het verlaten van het veld aan de Paul Krugerweg kon Dindoa terecht op het sportterrein van Veldwijk aan de Horsterweg. Hier stond een gebouwtje met kleedkamers en een kleine kantineruimte. Helaas bleek het veld door de zeer slechte conditie al snel niet meer bruikbaar. Verhuizing volgde eind 1977 naar het grasveld, het zogenaamde kermisterrein maar vooral uitlaatterrein voor honden, bij Calluna. Dindoa mocht de kleedkamers in dit sportcomplex gebruiken onder voorwaarde eenmaal per week de hondenpoep op het veld op te ruimen. In het seizoen 1978 – 1979 bleef Dindoa trainen bij Calluna en speelde haar wedstrijden weer op het terrein van Veldwijk. Ondertussen zat het bestuur echter niet stil. Samen met de gemeente maakte het plannen over de inrichting van het sportcomplex „De Zanderij”. Op 21 april 1979 opende burgemeester Veen het huidige complex. Dindoa kreeg de beschikking over een prachtige accommodatie met opstallen en velden. In de loop van de jaren tachtig kocht de vereniging het gebouw met kantine en kleedkamers van de gemeente. Door de bouw van een sporthal in eigen beheer in 1997 heeft Dindoa laten zien dat ze een vereniging is met visie en daadkracht. In het voorjaar van 2008 kwamen daar nogeens twee kunstgrasvelden bij. De tot standkoming daarvan heeft nog wel enige voeten in de aarde gehad. Er zijn heel wat onderhandelingen met de gemeente nodig geweest om de velden gelegd te krijgen. Eerst was er sprake van dat er Ă©Ă©n veld zou worden gerealiseerd, maar uiteindelijk zijn er twee prachtige velden gekomen mĂ©t dug-outs. Het laatste wapenfeit van de vereniging met betrekking tot de accommodatie is het vervangen van de kantine en kleedkamers. In 2013 werden alle gebouwen rondom de sporthal gesloopt en werden 8 nieuwe kleedkamers, een ruime warmloophal, een nieuwe kantine en op de eerste etage 2 vergaderruimtes met uitzicht op zowel het veld als de sporthal. Tevens wordt de accommodatie voor meer doeleinden ingezet. Zo geeft de middelbare school Groevenbeek er gymlessen, wordt er door andere verenigingen vergaderd en wordt de ruimte gebruikt door kleine bedrijfjes die groepsruimtes nodig hebben. Op 1 november 2013 werd de volledig vernieuwde accommodatie onder grote belangstelling geopend.

Omni-vereniging Dindoa

In het verleden is Dindoa een omni-vereniging geweest met drie afdelingen. Behalve korfbal was Dindoa ook een bloeiende volleybal-afdeling rijk en een basketbal-afdeling, die na een aantal moeilijke jaren ter ziele is gegaan. De volleybal-afdeling is in februari 1981 een zelfstandige vereniging geworden omdat de belangen van de korfbal- en volleybalafdeling niet meer met elkaar strookten. Het volleybal is onder de naam Pauwervoll verder gegaan en bestaat nog steeds als volleybalvereniging in Ermelo.

Geschiedenis van het korfbal

De Nederlandse onderwijzer Nico Broekhuyzen volgde in 1902 in Zweden een cursus handenarbeid en maakte daar kennis met diverse gezelschapsspelen. EĂ©n van deze spelen was het zogenaamde “ringbal”. Dit spel werd gespeeld door jongens en meisjes samen, een facet dat tot dat moment in geen enkele sport naar voren kwam. Dit sprak hem zo aan dat hij, eenmaal terug in Nederland, dit spel, enigszins aangepast, ook in Nederland heeft geĂŻntroduceerd. De ijzeren ring verving hij door een mand zonder bodem, hij paste de spelregels aan en liet het spel in drie vakken, aanval, middenvak en verdediging spelen. 

Op 2 juni 1903 werd door zeven verenigingen de Nederlandse Korfbal Bond (N.K.B.) opgericht. In 1938, bij het vijfendertigjarig bestaan, kreeg de N.K.B. het predicaat “Koninklijk”. In 1973 kwam de fusie tot stand met de in 1920 opgerichte Christelijke Korfbal Bond (C.K.B.). Beide bonden gaan vanaf dat moment samen onder de naam Koninklijk Nederlands Korfbal Verbond (KNKV). Sinds in januari 1994 ook de Nederlandse Dames Korfbal Bond zich aansloot, vinden alle korfbalactiviteiten in Nederland plaats onder de paraplu van het KNKV. Het bondsbureau is gevestigd in Zeist. Het KNKV is sinds 1 juli 1999 onderverdeeld in vijf districten. Dindoa behoort tot het district Oost.

Aanvankelijk werd korfbal uitsluitend als veldsport beoefend maar in 1964 ontstond het microkorfbal, het huidige zaalkorfbal. De zaalkorfbalcompetitie wordt in de wintermaanden gespeeld, de veldcompetitie vindt plaats in het najaar en voorjaar. 

Het gemengde karakter, het niet mogen lopen met de bal waardoor samenspel noodzakelijk is en sportiviteit zijn eigenschappen die korfbal leuk maken. Zo leuk dat in Nederland zo’n 100.000 mensen korfballen. Was korfbal in het verleden een echte Nederlandse sport, tegenwoordig wordt het in veel landen gespeeld. Internationaal zijn Nederland en BelgiĂ« nog steeds de toonaangevende landen maar veel andere landen zijn met een flinke inhaalslag bezig zoals de Aziatische landen China en Tapei.